Dit zijn mijn gevoelens,
ik heb ze zelf bedacht,
ze zijn gulzig,
ze zijn lawaaiig en onrustig
maar ze zijn niet oprecht –
ik koester ze,
maar ze kronkelen en wrikken,
ze zijn vluchtig en glibberig,
hoe maak ik ze oprecht –
ze trappen en bijten,
ze worden groot en krijgen nagels,
ze sollen met me,
slingeren me heen en weer,
ze zijn hevig, smartelijk en overweldigend,
maar niet oprecht –
ik kijk in een spiegel,
ik zie er zeer gevoelig uit,
maar niet oprecht –
ten einde raad laat ik ze gaan,
ze schieten weg,
ze glinsteren en gonzen –
nooit waren gevoelens zo mooi
en zo oprecht –
ik loop over straat, ik sta voor mijn raam,
ik ben de beminnelijke zelve.