In juli was ik op retraite. Het was tijdens die ongelooflijk warme dagen waarop je eigenlijk alleen maar languit wilt liggen en ijs wilt eten. Tussen de dikke muren van het klooster merkte ik niet veel van de hitte. Maar telkens als ik voor een loopmeditatie naar buiten ging, sloeg de hitte me in het gezicht. Zo snel als ik kon zocht ik een schaduwplek op om mijn oefening te doen. En zelfs dan vond ik het een beproeving.
Geen last door meditatie
Totdat me, tijdens een zitmeditatie, een filmfragment uit de serie Kung Fu te binnen schoot. Deze serie was op tv toen ik 10 jaar was en ik was verliefd op Kung Fu. Hij redde veel mensen uit moeilijke situaties en hielp ze met zijn filosofie en wijsheid. In het fragment dat me te binnen schoot wordt Kung Fu opgesloten en dagenlang vastgehouden in een klein houten hok. Buiten is het ondraaglijk heet en binnen is het nog erger. Alle anderen die voor hem in dat hok zaten, kwamen er meer dood dan levend uit. Maar Kung Fu brengt zijn dagen in meditatie door en lijkt nergens last van te hebben. Als de bewakers hem uiteindelijk komen vrijlaten, hebben ze een kruiwagen meegenomen om hem uit het hok te slepen. Tot hun verbazing staat Kung Fu soepel op en verlaat lopend het hok. Geweldig!
Acceptatie in plaats van verzet
Als tienjarige begreep ik niet zo goed hoe Kung Fu dit deed. Maar het maakte wel een grote indruk. En nu, zittend in de meditatiezaal, dacht ik hieraan terug en begreep ik het wel. Kung Fu deed juist niets. Hij ervoer zijn situatie vast als onaangenaam, maar verzette zich niet tegen de hitte. Hij kon er toch niets aan veranderen. Door te accepteren dat het zo was, werd de situatie draaglijk. De overige dagen heb ik (redelijk) ontspannen buiten gelopen.